Eerdere opsporing van pulmonale hypertensie en versnelde verwijzing van patiënten met een hoog risico of complexe patiënten wordt  aanbevolen in de vernieuwde richtlijnen van de European Society of Cardiology (ESC) en European Respiratory Society (ERS) voor de diagnose en behandeling van pulmonale hypertensie.

“De diagnose van pulmonale hypertensie en dus het starten van een passende behandeling, wordt vaak aanzienlijk vertraagd”, zegt ESC-voorzitter professor Stephan Rosenkranz van het Universitair Ziekenhuis Keulen. “Bij jonge patiënten, vaak vrouwen, zijn vertragingen vaak te wijten aan ongeloof in een ernstige ziekte bij een verder gezond uitziende jonge persoon. Bij oudere patiënten kunnen naast elkaar bestaande aandoeningen (zoals hypertensie, obesitas of hart- en vaatziekten) de oorzaak zijn van de symptomen en wordt pulmonale hypertensie gemist. Patiënten met kortademigheid moeten medische hulp zoeken en als de huisarts, cardioloog of longarts geen passende reden kan vinden, is verwijzing naar een deskundig centrum voor pulmonale hypertensie aangewezen.”

Pulmonale hypertensie treft ongeveer 1% van de wereldbevolking en tot 10% van de personen ouder dan 65 jaar. Het verwijst naar hoge bloeddruk in de longcirculatie en verschilt van “hypertensie”, dat is hoge bloeddruk in de slagaders die de rest van het lichaam van bloed voorzien. Mensen met de aandoening hebben dikke, stijve longslagaders die ervoor zorgen dat de rechterkant van het hart constant harder moet werken om bloed door te pompen, wat uiteindelijk leidt tot rechterhartfalen. Pulmonale hypertensie is een ernstige aandoening die gepaard gaat met een aanzienlijk verminderde levensverwachting, als deze niet met succes wordt behandeld. Recente studies hebben aangetoond dat zelfs matig verhoogde pulmonale arteriële druk of pulmonale vasculaire weerstand geassocieerd zijn met verhoogde mortaliteit. Daarom moesten hemodynamische definities worden bijgewerkt.

Richtlijnen ERS-voorzitter Professor Marion Delcroix van het UZ Leuven zei: “De diagnose pulmonale hypertensie krijgen, vaak na een aanzienlijke vertraging, en je fysiek beperkt voelen heeft een enorme psychologische, emotionele en sociale impact op patiënten en hun families. Psychosociale ondersteuning wordt aanbevolen bij patiënten met pulmonale arteriële hypertensie (PAH), die vaak depressie en angst ontwikkelen en minder gaan werken.”

Gehele artikel is hier te lezen (Engels).

Back To Top